In seiner Tasche trug Kirth Gersen ein Stück Papier mit fünf Namen darauf. Es waren die Namen der fünf Dämonenprinzen, die für das Massaker von Mount Pleasant verantwortlich waren, bei dem Gersens Eltern und Freunde den Tod gefunden hatten. Der zweite auf Gersens Liste war Kokor Hekkus, genannt die »Mordmaschine«, Liebhaber ausgeklügelter Schreckensmechanismen und Urheber sadistischer Grausamkeiten, gesucht auf jedem Planeten des Universums, doch nie dingfest gemacht. Jetzt nahm Kirth Gersen die Verfolgung auf. Die Spurführte zur Welt der Vergessenen.
Howard Alan Treesong is een van de vijf Duivelsprinsen, de weergaloze misdadigers op wie Kirth Gersen al twintig jaar genadeloos jacht maakt. Op vier van zijn aartsvijanden heeft hij zich al gewroken. Howard Alan Treesong moet zijn laatste slachtoffer worden... Niet voor niets is Treesong de enige Duivelsprins die nog leeft. Attel Malagate, Kokor Hekkus de Moordmachine, Viole Falushe, Lens Larque - stuk voor stuk waren ze almachtig, ongrijpbaar, onvindbaar, bedreven in het ontwijken van ongewenste aandacht. Maar Treesong overtreft zijn voormalige bondgenoten honderdvoudig. Malagate de niet-menselijke Sterrekoning, Kokor Hekkus de onsterfelijke hormagaunt met duizend gezichten, Viole Falushe de vileine sybariet met zijn Paleis van de Liefde, de grillige Lens Larque met zijn grandioze grappen - Treesong is veel meer dan zij, veel gevaarlijker: Treesong schijnt niet een enkel persoon te zijn, maar zeven incarnaties te bezitten. Heeft hij ook zeven levens? Het lijkt erop... Zijn macht reikt veel verder dan die van de andere prinsen van het kwaad, wier waanzinnige ambities vergeleken met Treesongs plannen nog bescheiden waren... En welke rol speelt het sinistere Instituut, met zijn koninklijk onverschillige Genoten, die overal in het immense heelal een duistere invloed uitoefenen? Zou Gersen erin slagen ook deze vijfde, superbegaafde Prins van de Misdaad te overwinnen? Het lijkt ondenkbaar...
Jack Vance 1945 – Einführung als Schriftsteller Franz Rottensteiner 1964/69 – Jack Vance Richard Tiedman 1965 – Jack Vance – Science-Fiction-Stilist Terry Dowling 1978 – Die Kunst der Xenografie Arthur Jean Cox 1980 – Jack Vance – Der Welten-Denker Russell Letson 1985 – Einleitung zu »Light from a Lone Star« Russell Letson 1987 – Identität, Freiheit und Wille David Alexander 1988 – Wie man Hunde tötet Andreas Irle 1996 – Wortschmied und Weltenschöpfer Nick Gevers 2000 – Herr der Sprache, Meister der Träume Jack Vance 2000 – Biografische Skizze & andere Fakten Tom Shippey 2000 – Menschen sind formbar David Langford 2000 – Aufwachsen und zurückschlagen David Mathews 2000 – Von Phade zu Wayness Norma Vance 2003 – Eine Jack-Vance-Biografie Norma Vance 2003 – Jack Vance aus anderem Blickwinkel Paul Rhoads 2009 – Betrachtungen über Größe in der Literatur Carlo Rotella 2009 – Der Genre-Künstler Gisbert Haefs 2013 – In Gedenken an Jack Vance Mark von Schlegell 2014 – Der große Jack Vance
